De personeelsvereniging van de gezamenlijke omroepen, inclusief de commerciële.
Iedereen die bij de omroep werkte of daar een direct familielid had (vader, moeder of echtgenoot), kon er lid van worden.
De OSO had tal van verschillende clubs, zoals een voetbalclub, zeilclub, tennisclub, fotoclub, enz. en dus ook een toneelclub.
Leden van de OSO-Toneelclub maakten in de jaren 70 en 80 in de studio's van de grote omroepen ook hoorspelen, die ter uitzending werden aangeboden aan alle ziekenomroepen van Nederland.
De club werd volledig bijgestaan door NOS-facilitairbedrijf. Twee keer per jaar gratis een decorontwerper, decor, rekwisiteur, kap en grime.
Kortom de leden waren luxe paarden. Dat viel allemaal weg bij de verzelfstandiging van het NOB. Daarnaast vertrokken Winfried Povel (voorzitter, regisseur, acteur) en Lia Stok (producer, actrice) na tien jaar de stuwende krachten te zijn geweest. Nu er geen geld meer beschikbaar werd gesteld, kon men de financiëring van de club niet meer rond krijgen. Voor de Toneelclub viel het doek in 1990. In 2010 verviel de 'werkgeversbijdrage' voor de OSO-personeelsvereniging. In overleg met het hoofdbestuur besloten de clubs zelfstandig verder te gaan en de personeelsvereniging in haar geheel op te heffen. De naam OSO blijft in de naam van de clubs bestaan. De naam OSO-Toneelclub blijft alleen hier in het Hoorspelmuseum voortleven.
Luistert u naar een aantal van haar hoorspelen.
|