De Naam " WACHTER ".

Simon Vestdijk
en de Anton Wachtercyclus

Dennis de Kool

Het is honderd jaar geleden dat Simon Vestdijk werd geboren. Dennis besteedt in dit artikel aandacht aan het leven en werk van deze veelzijdige schrijver. Hij zal dit doen aan de hand van de acht autobiografische boeken die ook wel bekend staan als de Anton Wachter cyclus. Uit deze cyclus, die loopt van de geboorte van Anton Wachter tot en met zijn studententijd in Amsterdam, zal vooral aandacht besteed worden aan de studententijd van Anton Wachter.

Simon Vestdijk werd op 17 oktober 1898 in Harlingen geboren. Vader Vestdijk was gymnastiekleraar en moeder Vestdijk was een Amsterdamse "dame", die in het "dorp" Harlingen haar draai niet kon vinden. Hier bracht Simon Vestdijk, die geen broers of zussen had, zijn jeugd door. Op de lagere school werd Liesbeth de Koning (die later in zijn boeken Ina Damman zal heten) zijn grote jeugdliefde. Aan de vriendschap kwam een eind toen de toekomstig schrijver naar de Rijks-HBS in Leeuwarden ging. Na Leeuwarden volgde Amsterdam, waar Vestdijk medicijnen ging studeren. Als arts nam Vestdijk verschillende praktijken waar, maar in 1932 koos hij definitief voor het schrijverschap. De schrijver zou bij zijn overlijden in 1971 een indrukwekkend en veelzijdig oeuvre achterlaten van meer dan honderd boeken, waarvan ruim 50 romans. Voor de dichter A. Roland Holst was deze productiviteit een reden om te schrijven over Vestdijk: "Oh gij, die sneller schrijft dan God kan lezen". De waardering voor het werk van de auteur blijkt uit de toekenning van belangrijke literaire prijzen, zoals de P.C. Hooftprijs en de Constantijn Huygensprijs. Verder werd de schrijver in 1963 Ridder in de Orde van de Nederlandse leeuw en een jaar later werd hem het eredoctoraat in de letteren verleend.

Het autobiografische element

De rest van dit artikel vullen met een opsomming van al de werken van Vestdijk en afsluiten met "je moet ook eens een boek van hem lezen", is wel heel goedkoop. Daarom wil ik mij beperken tot de acht romans die bekend zijn geworden als de Anton Wachterromans. Over het autobiografische karakter van deze acht romans bestaat geen twijfel. De schrijver heeft immers zelf eens gezegd: "Ik ben voor 90 procent Anton Wachter" . De Anton Wachtercyclus valt in twee delen uiteen. De eerste vier delen beschrijven het leven van de peuter tot en met de puber die op de HBS in Lahringen  (=Harlingen!) zijn jeugdliefde Ina Damman ontmoet en haar in Leeuwarden uit het oog verliest. In de overige vier delen wordt met name de studententijd van Anton in Amsterdam beschreven, met humor overigens.

Van angstig jochie tot "vrouwenman"

Als klein jochie was Anton Wachter een bleke angsthaas. Hij was bang voor schoorstenen, de "grijnzende" maan en voor donkere hoekjes in het huis. Die angst maakt hem onzeker en kwetsbaar. Die onzekerheid bemoeilijken het vinden van (h)echte vriendschappen. Het tweede deel is eigenlijk niets anders dan een moeizame zoektocht naar een vervangende vriend voor Murk Tuinstra, Antons enige vriendje. In het derde boek (persoonlijk vind ik dit het mooiste boek van de reeks) wordt de HBS-tijd van Anton, die niet bepaald populair is in de klas, beschreven. Hij is het paaltje waar iedereen tegenaan pist. In dit boek leert Anton Ina Damman kennen en hun vriendschap, die iets afstandelijks blijft houden, wordt uitvoerig beschreven. Ook wordt een aardig beeld gegeven van het HBS-leven in die tijd. Zo blijkt het uitje van het jaar een fietstocht naar de Drentse hunebedden te zijn. Daar hoef je anno 1998, waar een werkweek naar Disneyland Parijs of Londen al afgezaagd begint te worden niet meer mee aan te komen. Ook wordt een aardig beeld gegeven van hoe het er in de klas aan toe ging. Zo maakt de lezer kennis met de onbetrouwbare Jan Breedevoort, zijn "slaafje" Kees Vlaming  (schele Kees), de domme Jelle Mol die stomme rijmpjes maakt, het "trutje" Greet Sombart  en Piet Idzerda, de sterke jongen uit de hoogste klas, met wie Anton een keer vecht om indruk te maken op Ina Damman.  In de klas zit ook Marie van den Bogaard, waar Anton later iets mee krijgt op de HBS in Leeuwarden, niet omdat hij van haar houdt, maar omdat ze knap is en zodoende een mooi "visitekaartje: is.  Anton weet inmiddels dat Ina Damman voor altijd zijn ingrijpbare "verre prinses" zal blijven.

Het studentenleven van Anton Wachter

Wanneer Anton als student naar Amsterdam vertrekt dan begint voor hem een nieuw leven. Hij gaat op kamers wonen bij zijn oom en tante (wellicht omdat de laatste de rol van de Informatie Beheergroep op zich heeft genomen). Ook wordt hij lid van een studentenvereniging (Unitas Studiosorum Amstelodamensium), waar de kroegjolen (een beschaafd woord voor zuippartijen) erg populair zijn. Met de populariteit van Anton bij zijn medestudenten wil het echter niet zo vlotten.  Bij de vrouwen heeft Anton wat meer succes, vooral wanneer hij op een gegeven moment alleen op kamers gaat wonen. Zijn hospita Fietje Melchior weet hij al snel te veroveren en of dat niet genoeg is, breidt hij de (intieme) vriendschapsband nog uit met haar (onnozele) zus Clasina. Daarna volgen nog heel wat andere avontuurtjes. Een wat serieuzere relatie gaat hij met de knappe Esther Ornstein aan, maar die heeft als het erop aankomt altijd hoofdpijn. Zijn jacht op vrouwen duurt voort tot en met het laatste deel waar Anton Wachter als co-assistent de zusters niet met rust kan laten. Toch houdt hij er geen blijvende relatie aan over.

Ook in de laatste vier boeken passeren weer heel wat interessante personages in de vorm van studenten en docenten de revue. Ik zal ter afsluiting van mijn verhaal de "beruchtste personen" even noemen. Zo leren we Louis Boesters kennen, die sjofel gekleed gaat en altijd vlak voor de examens bij Anton dictaten komt halen. En dan is er Brakke die pas tot zijn ware gedaante komt als hij veel bier op heeft. Ook zal blijken dat het vooraanstaande verenigingslid Frits Kloppenburg een vrouwen-man blijkt te zijn. Van Oort staat bekend als "uitvinder" van de verenigingstaal. Verder is Stoppelsteen de sociale werker onder de studenten, omdat hij altijd studenten (ten koste van de colleges) bezoekt. Tenslotte heeft de theologiestudent Ton van de Manden de naam dat hij om de drie minuten vloekt (Dit is een typisch voorbeeld van een verkeerde studiekeuze). Ook de docenten komen er in de ogen van Anton en zijn medestudenten niet altijd goed van af. Zo gaan de geruchten dat Professor Bolt (hoogleraar Anatomie) een aantal onechte kinderen heeft. Toch geeft hij hele goede colleges. Dit geldt niet voor professor Glastra (hoogleraar algemene pathologie), die "blaat als een schaap" en heel onsystematisch te werk gaat. Verder dwingt Professor Holraadt (hoogleraar chemie) bewondering af voor feit dat hij formules uit zijn boek van achthonderd bladzijden op kan dreunen. Professor Lenz is overijverig en geeft (uiteraard tot grote verontwaardig van de studenten) al om acht uur college. En volgens de geruchten zit de hoogleraar biologie Reinders achter de bibliothecaresse aan.

Vooral de humor en het autobiografische element maken de boeken in mijn ogen interessant. Humor die je niet altijd verwacht van een schrijver, die tijdens zijn leven vaak gekweld werd door depressies. De Anton Wachtercyclus kan wat dat betreft best gezien worden als een verwerking van het verleden van de schrijver. Laten we het houden op zelf-therapie met een hoog literair gehalte.

Voor een wat meer uitvoerige beschrijving van het leven en werk van de schrijver verwijs ik naar de literatuur en deze link.
 

De Anton Wachter cyclus bestaat uit de volgende acht delen: 

Deel 1: Sint Sebastiaan 
Deel 2: Surrogaten voor Murk Tuinstra 
Deel 3: Terug tot Ina Damman 
Deel 4: De andere school 
Deel 5: De beker van de min 
Deel 6: De vrije vogel en zijn kooien 
Deel 7: De rimpels van Esther Ornstei 
Deel 8: De laatste kans 

Alle delen zijn verschenen bij Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam

Gebruikte literatuur:
N. Gregoor, Simon Vestdijk en Lahringen, (Reflex, Utrecht, 1982)
R. Marres, Over "Terug tot Ina Damman" en de andere Anton Wachterromans van Simon Vestdijk, (De Arbeiderspers, Amsterdam, 1981)
M. Pruis, Wie is wie in Anton Wachter: een kennismaking met de personages uit de romancyclus van S. Vestdijk, (Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1994)